Récits

Récit d'allaitement

J’ai eu rendez-vous pour une consultation allaitement avec Elke alors que ma petite Gabrielle, mon deuxième enfant, avait deux semaines. Nous avons connu un début d’allaitement difficile malgré mon expérience avec mon aîné qui a toujours tété comme un champion. Tout avait été facile. Cette fois-ci j’ai eu des crevasses aux deux seins dès le début. J’étais sûre des positions de bébé au sein pourtant (j’étais assez bien renseignée puisque c’est mon 2e allaitement) et la petite prenait du poids. Je n’arrivais pas à me soigner malgré les positions BN (biological nurturing) et l’utilisation de différentes crèmes, de lait maternel après les tétées d’abors tel quel puis en compresses. Nous avions également déjà vu un ostéopathe pour aider ma petite à ouvrir sa mâchoire car elle gardait sa bouche peu ouverte pour les tétées et me pinçait le mamelon.  Il y avait du mieux mais je pensais à un problème de frein de langue puisque la guérison était vraiment lente, je voulais en avoir le cœur net, et c’est comme ça que j’ai fait appel à Elke, consultante IBCLC.

Lors de la première rencontre Elke m’a beaucoup rassuré et m’a confirmé que bébé était bien positionné, elle m’a donné des conseils pour me soigner (ah, les silverettes !) et pour mieux nourrir bébé (en la laissant attraper le sein seule, en pratiquant la compression du sein pour la stimuler). Comme mon pédiatre elle voyait bien un petit frein mais a priori rien qui ne puisse bloquer l’allaitement. Je suis partie reboostée... mais j’étais aussi épuisée et inquiète et je voyais bien que les tétées n’étaient pas efficaces. Deux jours après, un samedi, j’ai rappelé Elke qui était de garde car je me sentais dépassée et inquiète, et qu’en plus, Gabrielle n’allait plus à selles. A ce moment là, nous avons travaillé à booster ma lactation avec beaucoup de repos, des tisanes d’allaitement et en tirant mon lait pour pouvoir donner un complément à Gabrielle qui permettrait d’être certaines qu’elle prenait au moins ça dans la journée... En effet, elle ne prenait pas non plus autant de poids qu’il aurait fallu.

A la consultation suivante pendant le babyboost du jeudi, comme Gabrielle n’avait pas décollé en poids et ne semblait pas téter très efficacement (elle s’endormait rapidement au sein) Elke m’a donné les coordonnées de l’ORL avec qui elle travaille pour vérifier le frein de langue de mon bébé. Nous avions aussi constaté que mon mamelon était toujours déformé en « bâton de rouge à lèvres » en fin de tétée.

J’ai eu un rendez-vous ultra rapidement avec ce super médecin, une personne rassurante et bienveillante qui m’a bien expliqué tout avant de couper le frein de ma puce.

J’ai encore eu un dernier rendez-vous avec Elke pour confirmer que tout est désormais en place. Ma petite prend du poids et les tétées sont bien efficaces (enfin la plupart ;) un câlin c’est un câlin !) et tout va mieux. 
Je voudrais dire aux mamans et papas qui lisent mon témoignage de ne pas hésiter à se faire aider et chercher du soutien. Si ça n’avait pas été un 2e allaitement j’aurais sûrement abandonné, j’y ai d’ailleurs songé plus d’une fois ! J’ai apprécié la bienveillance et l’aide de Elke qui m’a aidé à sauver cet allaitement qui me tient tant à cœur ! 

Mijn borstvoedigsverhaal, Juno

24 augustus 2019, start van de derde hittegolf in de zomer van 2019, maar vooral de geboorte van Juno in het UZBrussel, een stevig brokje van exact 4000g. Ik was uitermate gemotiveerd om borstvoeding te geven dus Juno werd snel – zoals het hoort – een eerste keer gestimuleerd om te drinken aan de borst. 

‘Dat is wel een hevige baby, zo happen, ze heeft precies niet veel geduld’ zei de vroedvrouw direct. Het was zoeken zowel voor mij als voor Juno, maar het feit dat er al heel snel een druppeltje melk kwam stelde me gerust en ik genoot van de intimiteit. Het aanhappen lukte niet zo vlot, maar met de hulp van de vroedvrouwen bleven we ons best doen. Pijnlijke tepels en de eerste kloven bleven uiteraard niet lang uit. Op dag 2 werd de weegschaal bovengehaald, 3700 g, afgevallen ‘maar nog net ok’. Gelden die 8% op dag 2 en 10% op dag 3 dan ook voor borstvoedingsbaby’s? Geen paniek alleszins, en wij bleven flink verder doen. 

De tweede nacht verliep niet zo vlot, Juno wou een laatste keer drinken rond 2u en daarna alleen maar geschreeuw. Niet willen slapen, niet willen eten. Een paar uur later werd al gezegd ‘Mevrouw, het is een zware baby, en het is zo warm, we zullen haar iets moeten bijgeven’. Maar ik kon toch niet nu al opgeven? Een krijsende baby in mijn armen, tranen bij mij, maar ik weigerde. Ik voelde me op dat moment de slechtste moeder ter wereld en hoopte dat Juno gewoon weer wou drinken maar ze bleef weigeren. Tegen de ochtend werden de twee opties besproken: starten met kolven en – als dat lukte – direct geven of toch bijvoeding opstarten. Dat het niet aan mijn melk productie kwam werd snel duidelijk en gelukkig nam Juno zonder problemen het flesje afgekolfde melk. Mijn laatste dag en nacht in het ziekenhuis bestonden dus uit baby aanleggen en kolven. Gelukkig wou ze in de loop van de dag ook zelf weer drinken, in rugby houding en met tepelhoed. Onze inspanningen leverden het gewenste resultaat en de dag nadien mochten we met een gewicht van 3740 g naar huis! De vroedvrouw nam contact op met de collega’s van Zwanger in Brussel om toch even te schetsen hoe onze eerste dagen waren verlopen en voor verdere opvolging.

De eerste dagen kwam Arlind aan huis en Juno kwam nog steeds mooi bij. Voor de zekerheid kwam Febe in het weekend langs en een week na haar geboorte was ze terug gezakt tot 3690 g. Teleurstelling bij mij natuurlijk, maar op dat moment met borstvoeding stoppen was voor mij geen optie. Febe stelde me ook enorm gerust. Juno dronk heel lang, vermoedelijk vergde het meer energie om te drinken dan dat ze eraan overhield. Ik zou starten met haar maximum een kwartiertje langs elke kant te laten drinken en vervolgens een flesje afgekolfde melk aan te bieden. Best wel intensief, telkens Juno aanleggen en ook nog eens 8 keer op een dag kolven maar zo gezegd zo gedaan. Haar gewicht evolueerde traag maar zeker in de goede richting. Twee weken na haar geboorte kwam Hanne langs, ik had toen voor mezelf uitgemaakt dat als ze dan niet echt een ‘goed pakje’ was bijgekomen, we zouden starten met bijvoeding. Maar net op dat moment kwam de 4 kilogram weer in zicht! Hoera! Nu we hier geraakt waren, was het evident om verder te gaan met 8 keer op een dag kolven. Na ongeveer 2,5 week had Juno opnieuw haar geboortegewicht en minderde ik met kolven. Drie weken na haar geboorte stapten we over op enkel borstvoeding op vraag. En dit ging goed, rond 4 weken zaten we mooi op 4400 g, waren we vertrokken? Kon ik eindelijk de onzekerheid loslaten? Want makkelijk was het niet, ik panikeerde heel snel als ik het gevoel had dat Juno minder goed dronk. Mensen op babybezoek begrepen dit meestal niet: ‘Ze heeft toch wat reserve zeker met haar 4 kg’. Natuurlijk had ze reserve! Maar ook een baby van 4 kg moet bijkomen. Bovendien heeft ze nogal stevige kaakjes, waar mensen ook vaak over begonnen, niet beseffende hoeveel moeite ik aan het doen was om dat gewicht in stijgende lijn te krijgen...

De weken gingen voorbij – met nog een borstontsteking rond 5 weken – en we werden verder opgevolgd. Juno kwam telkens wel bij, maar meestal niet echt veel en was daardoor toch een beetje van haar curve aan het glijden. Telkens die teleurstelling als je de cijfertjes op de weegschaal ziet, de onzekerheid bij mij en vooral de vraag: ‘Waarom gaat het niet beter? Wij doen zo ons best.’ Ik moet eerlijk toegeven dat ik ondertussen een haat-liefde verhouding had met de borstvoeding, maar dat de liefde en de intimiteit wel overwogen. Evengoed kon ik soms zeer moeilijke momenten hebben en de angst voor ‘Ohnee ze moet weer op de weegschaal’ bleef. Het was snel duidelijk dat Juno een zeer alerte baby was (en is), ze zou maar eens iets moeten missen! We beslisten om haar (nog) meer in de draagdoek te nemen overdag om wat meer te slapen, uiteraard ook uitermate belangrijk. Rond 9 weken zitten we dan eindelijk boven de 5 kilo! Joepie! Vijf kilo en bijna 60 cm met MIJN melk, maar ook de nodige hoeveelheid bloed, zweet en tranen (vooral dat laatste). Ik had soms het gevoel dat ik niet de beste mama voor Juno kon zijn, omdat ik – als zij vrolijk lag te spelen – al schrik kreeg voor de volgende voeding. Ze kon ook zo onrustig zijn aan de borst, continu aanhappen en loslaten, armen die langs alle kanten vlogen of beginnen wenen. Maar evengoed kon ze ook heel rustig drinken en dat was genieten. Drinken zonder tepelhoed hebben we lang geprobeerd, en ze kon het, maar ook hier liet ze telkens snel los en werd ze snel gefrustreerd. Rond 10 weken had ik een afspraak bij Elke, om mij vertrouwen te geven, dat ik de onzekerheid achter mij kon laten. Maar de weegschaal gaf aan dat Juno niet was bijgekomen, ze was zelf afgevallen. Opnieuw die teleurstelling bij mij en vooral verbazing bij Elke. ‘Ze ziet er zo goed uit, ze ligt hier te lachen’. Elke nam de tijd om samen alles eens goed te overlopen, mogelijks  is de tongriem bij Juno wat te kort waardoor ze niet efficiënt genoeg drinkt en het ook niet lukt om zonder tepelhoed te drinken. Op dat moment zijn er 2 opties: ik start terug met 7 keer op een dag kolven zodat ze via een flesje kan drinken, we gaan op consultatie om haar tongriem te laten nakijken en eventueel te laten knippen en – als het zou helpen – kan ze opnieuwe aan de borst (leren) drinken. De tweede optie is de borstvoeding afbouwen en starten met flesvoeding. Met veel tranen en pijn in het hart heb ik voor de tweede optie gekozen. Ik had gewoon het gevoel dat ik die onzekerheid niet langer kon volhouden. En Juno verdient toch een mama die zich optimaal voelt? Die echt kan genieten van de tijd samen thuis? Sowieso begon ik terug te kolven, zodat Juno van een flesje kon drinken wat voor haar makkelijker is, maar begon ondertussen ook af te bouwen. Gelukkig kon ik niet alleen rekenen op de vroedvrouwen van Zwanger in Brussel ‘Soms is het gewoon echt moeilijk, je moet je hier niet slecht over voelen’ maar ook op mijn omgeving voor de onvoorwaardelijke steun.

Ik mis de intimiteit van de borstvoeding, ik had het zo graag anders gezien, ook omdat ik weet dat dat nu eenmaal het beste is voor je kindje. Maar als de haat in de haat-liefde verhouding begint te overwegen kan het Juno ook niet ten goede komen. Dat besef ik al te goed, maar toch was het echt geen gemakkelijke belissing. Ik probeer niet teveel na te denken over de ‘wat als we toch de andere optie gekozen zouden hebben’, ik heb Juno 10 weken en 4 dagen uitsluitend borstvoeding gegeven en ben daar heel fier op. Dit was niet gelukt zonder de hulp en de ondersteuning van Zwanger in Brussel, dank je wel!


Mijn borstvoedingsverhaal

"Ach, als pediater hoef ik jou niet veel te leren! Jij weet natuurlijk alles van baby´s"

Hoe vaak heb ik deze zin wel niet gehoord. En hoe ontzettend klein voelde ik me, omdat ik juist vond dat dat níet zo was. Wat nee, ik snapte er niks van. Dat kleine wezentje wat zo verschrikkelijk veel gevoelens in mij losmaakte. Zo veel liefde, maar ook zo veel wanhoop en frustratie. Dat kleine wezentje wat zo gewenst was. Zelfs zo gewenst dat ik er, ondanks een hele drukke baan als kinderarts, alleen aan begon. Dat wezentje wat me twee lange jaren liet hopen en wanhopen voordat ik het mocht verwelkomen.

Toen ik eenmaal zwanger was, had ik het geromantiseerde beeld van de baby aan de borst in mijn hoofd. Want dat het borstvoeding zou worden, stond voor mij vast. Ik informeerde mij, las talloze borstvoedingsboeken en dacht de meest voorkomende problemen te kennen. Ik kende het belang van het eerste borstvoedingsmoment, ik wist dat goed aanhappen belangrijk was en dat de borstvoeding geen echte pijn mocht doen, ik besefte dat er een leercurve van enkele weken zou zijn voordat het makkelijker zou gaan. Maar ik wist niet dat theorie en praktijk zo mijlenver uiteen konden liggen…

Ik was 40 4/7 weken zwanger toen mijn kleine wezentje na een lange arbeid door zijn sterrenkijkerspositie ter wereld kwam. Na bijna 36 uur weeën was ook mijn baarmoeder moe en verloor ik op korte tijd veel bloed. Te veel bloed. Op het moment dat mijn zoon begon te zoeken naar de borst, werd ik met een veel te lage bloeddruk bijgevuld en volgestopt met medicatie. Op het moment dat ik weer een beetje bij de levenden was, was zoonlief tevreden sabbelend op zijn handje tegen mij aan in slaap gevallen. So far het eerste borstvoedingsmoment.

Ook de dagen erna waren moeilijk: het lukt mijn zoon niet om aan te happen. De combinatie van grote borsten met relatief vlakke tepels en een ongeduldig en hongerig mannetje waren niet ideaal. De vroedvrouwen in het ziekenhuis probeerden hem keer op keer aan de borst te krijgen. Maar ondanks soms 20 of 25 pogingen lukte het niet om hem meer dan 2 of 3 slokken te laten drinken.

Na 2 dagen begon mijn zoon al te overstrekken als ik hem maar installeerde op het borstvoedingskussen om voeding te geven. Mijn baby naar de borst toe bewegen was simpelweg onmogelijk geworden, zo hard als hij zich tegen die beweging verzette waarin elke vroedvrouw hem probeerde te dwingen. Mijn tepels waren rauw door alle aanlegpogingen en de verkeerde techniek. Mijn lichaam schreeuwde "stop" en gelukkig luisterde ik: ik zou alleen nog zelf proberen aanleggen en enkel als de zoon ontspannen was. Na 2 dagen kolven en bijvoeden, het knippen van het tongriempje en 3 types tepelhoedjes later dronk mijn zoon op dag 5 voor het eerst aan de borst.

En toen gingen we naar huis. De ene dag ging beter dan de andere, maar na 4 weken zat ik nog altijd met enorm diepe tepelkloven en pijn, en die stomme tepelhoedjes waardoor de voedingen steeds 1-1.5 uur duurden, er veel lucht werd geslikt en mijn zoon enorm veel krampen en wind had. Mijn eigen thuisvroedvrouw en een lactatiekundige uit het ziekenhuis wisten intussen niet meer goed hoe ze mij en mijn zoon konden helpen.

Intussen was ik óp. Óp van vermoeidheid, óp van de zenuwen. Borstvoeding geven was een obsessie geworden. Want zou ik dan die ene kinderarts zijn die geen borstvoeding zou kunnen geven? In een laatste poging om mijn borstvoeding te redden kwam ik bij Zwanger in Brussel terecht. Ik mocht nog dezelfde week komen. In plaats van binnen 10 minuten te besluiten dat er niks mis was met de aanhap maar dat mijn zoon gewoon een beetje onrustig was, besteedde Elke bijna 1.5 uur aan mij en mijn zoon. Met geduld liet ze hem keer op keer opnieuw proberen juist aan te happen, kalmeerde hem tussendoor, en probeerde opnieuw.

Ook de weken erna werd ik fantastisch ondersteund en groeide mijn vertrouwen in de borstvoeding en in mijzelf als mama. Met veel begeleiding en geduld lukte het me na 8 weken eindelijk om mijn zoon borstvoeding te geven zonder tepelhoedje. De Babyboost (toen nog "Moedermelk en Boterhammen") werd mijn steunnetwerk. Ik durf zelfs te zeggen dat deze dames (vroedvrouwen én andere mama´s) me gered hebben. Eindelijk durfde ik toe te geven dat ik níet alles wist. Dat ik gewoon mama was van mijn eerste kindje, en niet iemand die door haar opleiding alles al moest weten. Dat het oké was dat ik af en toe de wanhoop nabij was, en dat ik dat niet allemaal alleen moest oplossen.

Mijn zoon is intussen bijna 3 jaar oud, maar de dames van de Babyboost spreek ik nog steeds. En ook mijn dochter (11 maanden oud) is een echte Zwanger in Brussel-baby. De ervaring van die tweede is compleet anders, mede omdat ik weet tot wie ik mij kan wenden als ik vragen/ onzekerheden heb.

Dank u Zwanger in Brussel, om mij als kinderarts te leren dat ik gewoon mama mag zijn….

Bienvenue!

keyboard_arrow_up
Website by

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x